Voorwaardelijke taakstraf om verwaarlozing van hond: 'Ze wil ook heel graag weer een nieuw hondje'
In dit artikel:
De politierechter in Alkmaar heeft de 44-jarige B.K. uit Nibbixwoud donderdag een voorwaardelijke taakstraf van 30 uur opgelegd voor de verwaarlozing van zijn hond. Het dier blijft in beslag genomen en wordt niet teruggegeven. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist: een onvoorwaardelijke taakstraf van 30 uur en een verbod van twee jaar om honden te houden, maar dat hondenverbod viel weg. De rechter zei tegen K.: „U krijgt van mij het voordeel van de twijfel.”
De zaak kwam voort uit een melding op 9 februari, toen medewerkers van de Dierenambulance bij K. een overleden hondje aangetroffen. Omdat er ook een levende hond in huis was en het team zich zorgen maakte, schakelden zij de politie in. Twee dagen later troffen agenten in de woning een ernstig verwaarloosd dier aan: sterk vermagerd, veel tandsteen, lange nagels en duidelijk gebrek aan verzorging en bewegingsruimte. De hond dronk een hele bak water in één keer; in huis heerste rommel en er was jarenlang geen dierenartsbezoek geweest. Deze toestand was aanleiding voor de inbeslagname en de strafzaak.
Kort contextueel: bij bewezen dierenmishandeling of ernstige verwaarlozing volgt regelmatig inbeslagname; strafmaat hangt af van de ernst en persoonlijke omstandigheden van de eigenaar.