Politie stap dichterbij opgraven tientallen anonieme doden op Texel

In dit artikel:

Op Texel liggen 25 tot 30 mensen begraven die nooit zijn geïdentificeerd, vaak aangespoeld of gevonden tussen 1920 en 2010. De gemeente Texel toont voor het eerst bereidheid om deze onbekende doden op te graven, nadat eerdere bezwaren rondom de grafrust van twintig jaar en het respect voor nabestaanden lange tijd samenwerking in de weg stonden. Momenteel vinden er constructieve onderhandelingen plaats over de voorwaarden voor het onderzoek.

De politie wil dit jaar starten met het afnemen van DNA-materiaal van de overledenen, met als doel deze te vergelijken met DNA van vermiste personen, vooral vissers uit Urk die tussen 1922 en 1997 spoorloos verdwenen zijn op zee. Ook gaat het om vermoedelijke drenkelingen en twee zeeverkenners uit de Tweede Wereldoorlog. Het Landelijk Expertisecentrum Persoonsvermissingen (LOEP) houdt nauwlettend toezicht op de zorgvuldige uitvoering van de opgravingen, die technisch en logistiek uitdagend zijn vanwege de diepte en de aard van de graven.

Deze inspanning komt voort uit een landelijk protocol van de afgelopen vijftien jaar, waarbij DNA van onbekende overledenen wordt afgenomen en gekoppeld aan vermissingendossiers. De gemeente benadrukt het belang van een zorgvuldige aanpak en wil nabestaanden en het publiek tijdig informeren. Het eerdere succes bij de identificatie van een onbekende zeiler die in 1995 op Texel aanspoelde en jaren daarna dankzij DNA-herkenning herkend werd, onderstreept de waarde van dit project. De politie hoopt met dit onderzoek families eindelijk duidelijkheid en closure te kunnen bieden.