'Oorlog' tussen jongeren uit Purmerend en Middenbeemster komt eindelijk voor de rechter
In dit artikel:
In april 2023 escaleerde een korte maar heftige vete tussen twee jongerengroepen uit Purmerend en Middenbeemster in een reeks schietpartijen, explosies en een afpersing. Vandaag begint in het zwaar bewaakte Justitieel Complex bij Schiphol de strafzaak tegen vier verdachten (21–23 jaar) die het Openbaar Ministerie ziet als de leidinggevende kant in die geweldsgolf.
De ruzie leek te beginnen op 11 april toen een 23-jarige man aanbelde bij het huis van de later aangewezen leider Zakaria A. in Middenbeemster; daar ontstond een woordenwisseling waarna er geschoten werd. De dagen daarna volgden meerdere aanslagen: op 12 april werden huizen in de Boeierstraat in Purmerend beschoten, op 13 april werd een woning in de Weverstraat geraakt — naar later blijkt het verkeerde adres — en in de nacht van 13 op 14 april explodeerde een bom bij de woning aan de Groenveld in Middenbeemster, de plek die volgens politieonderzoek centraal stond in het conflict. Op 17 april ontplofte opnieuw een explosief bij de Weverstraat; ook toen bleek een verkeerd huis getroffen, met een jong kind in huis.
De politieonderzoeken onder de codenaam ‘Elcat’ omvatten meer dan duizend pagina’s en beslaan vijf schietpartijen en explosies in Purmerend en Middenbeemster, twee incidenten in Terneuzen en ten minste één geval van afpersing. Burgemeester Ellen van der Selm nam maatregelen zoals sluiting van getroffen woningen en extra cameratoezicht.
Na de eerste aanhoudingen in april hield het geweld niet direct op: in juli 2023 werd een van de verdachten in detentie neergestoken, mogelijk door een familielid van een andere verdachte. Vorige week stonden vijf verdachten van de rivaliserende groep al terecht; het OM eiste toen straffen tot veertien jaar en sprak zijn zorg uit over een patroon van twintigers die steeds frequenter in gewelddadige onderzoeken opduiken.
De zitting tegen de vier verdachten duurt enkele dagen. De zaak brengt niet alleen materiële schade in beeld, maar ook de emotionele nasleep voor slachtoffers die slachtoffer werden van ‘vergisaanslagen’ en de bredere maatschappelijke zorg over jong geweld.