In Bunschoten bouwen ze een passage om paling de polder in te krijgen. Na wereldreis van 7000 kilometer glijden de aaltjes via glijbaan zo de sloot in

In dit artikel:

In Bunschoten wordt in de Eempolder een speciale passage aangelegd zodat jonge aal (aaltjes) eenvoudig de dijk over kunnen komen en de polder binnenzwemmen. Het waterschap Vallei en Veluwe, vertegenwoordigd door heemraad Erik den Hertog en projectleider Sander Hoegen, bouwt vanaf komend voorjaar een constructie met sproeiers, een 'wildwaterbaan' met borstels en een meterslange glijbaan: elementen die samen de kleine glazen aaltjes naar de sloot moeten begeleiden. „We bouwen een aalpassage”, zegt den Hertog — een primeur voor dit waterschap, gebaseerd op een ontwerp uit Nieuw Statenzijl (Groningen) maar met enkele verbeteringen.

De maatregel speelt in op het bijzondere levenspatroon van de Europese paling: de jonge dieren maken na hun wereldreis van ongeveer 7.000 kilometer de overgang van zee naar zoet water en stuiten daarbij vaak op dijken en andere barrières. De nieuwe passage vermindert die knelpunten en vergroot de kans dat aaltjes de polder bereiken om daar op te groeien tot volwassen palingen. Zulke voorzieningen worden gezien als praktische natuurherstelmaatregelen om migratieproblemen en de dalende palingpopulatie tegen te gaan.