Geen plunderingen of vernielingen: Haarlem koos voor rust tijdens roerige tijden

In dit artikel:

Onlangs moesten rondtrekkende betogers in een Noord‑Hollandse plaats zelfs de weg naar het gemeentehuis vragen — een voorbeeld van moderne demonstranten die buiten hun eigen woonplaats ophef zoeken. Dat soort actie is echter geen nieuw verschijnsel. In april 1566 boden ongeveer tweehonderd edelen een smeekschrift aan landvoogdes Margaretha van Parma met het verzoek de vervolging van protestanten te versoepelen. Onder druk stemde zij daarin toe, wat in en rond Haarlem leidde tot openluchtpreken van de nieuwe leer. Op 21 juni hield de voormalige monnik Pieter Gabriël bij Huis te Kleef een vier uur durende preek; de dag erna was er een vergelijkbare bijeenkomst in Overveen. Hoewel de nieuwe religieuze ideeën veel nieuwsgierigheid opriepen, bleef Haarlem in die roerige periode relatief rustig—zonder plunderingen of vernielingen.