Gallen, bijzondere huisjes die groeien op het groen
In dit artikel:
Tijdens een wandeling in het buurtpark viel de schrijver op dat het pad bezaaid lag met harde bolletjes: gallen, en dat de eik erboven vol misvormde eikels hing. Gallen zijn groeivormingen van planten die ontstaan wanneer insecten — vooral galwespen en galmuggen — hun eitjes in of op plantendelen leggen; de plant reageert door weefsel te vormen dat als huis en voedsel voor de larven fungeert. Het proces begint vaak in het voorjaar, als nieuw groeimateriaal kwetsbaar is, en treedt op stengels, bladeren, bloemen of vruchten.
In Nederland zijn meer dan duizend gallensoorten bekend, vaak sterk gebonden aan een bepaalde gastheerplant en plek op die plant; zomereiken herbergen bijvoorbeeld tientallen tot ruim honderd verschillende gallen. Bekende voorbeelden zijn de knoppergalwesp die eikels vervormt, de galappelwesp met bolletjes onder eikenbladeren (waar vroeger inkt van werd gemaakt) en de ananasgalwesp die geschubde, bloemachtige bolletjes veroorzaakt. De tak van de wetenschap die dit bestudeert heet cecidologie; bovendien vallen veel galbewoners ten prooi aan parasitoïde insecten die hun eitjes in de larven leggen, waardoor de uiteindelijke gast alsnog verandert. Over het algemeen lijden bomen er weinig schade van.