Drie verdachten uit Alkmaar en Heerhugowaard niet langer vervolgd voor Drentse kunstroof
In dit artikel:
De vier goudvoorwerpen uit het Drents Museum zijn nog steeds niet teruggevonden, maar het strafproces rond de spectaculaire inbraak van 25 januari in Assen gaat geleidelijk verder. Die nacht forceerden daders een zijdeur met een vuurwerkbom, sloegen vitrines kapot en roofden de Coțofenești‑helm (5e eeuw v.Chr.) plus drie Dacische armbanden; de buit heeft een geschatte waarde van circa 5,8 miljoen euro. Volgens ooggetuigen en onderzoekers zouden de inbrekers meer hebben meegenomen als niet enkele vitrines standhielden.
Het onderzoek leidde tot meerdere aanhoudingen in Heerhugowaard en Alkmaar. Drie hoofdverdachten uit Heerhugowaard — Douglas Chesley W., Bernhard Z. en Jan B. — zitten nog vast op verdenking van de roof en vernieling. Tijdens de vlucht werd een voertuig brandend achtergelaten langs een snelweg, terwijl een ander wegreed. Vier medeverdachten werden aangehouden, maar het Openbaar Ministerie laat weten dat van drie van hen niet kan worden bewezen dat zij wisten dat hun handelingen met de roof te maken hadden; hun acties op zichzelf zijn niet strafbaar en zij worden daarom niet vervolgd. Tot die groep behoren onder anderen de vriendin van één hoofdverdachte (die vermoedelijk vooraf scoutte in het museum), een 36‑jarige Alkmaarder die een gebruikte auto huurde, en een 18‑jarige Heerhugowaarder die gereedschap zou hebben gekocht.
Een vierde medeverdachte, een 26‑jarige man uit Heerhugowaard, wordt wel vervolgd omdat hij volgens het OM kentekenplaten voor de vluchtauto zou hebben gestolen; of hij wist van de roofplannen wordt nog onderzocht in een besloten hoorzitting. De eerstvolgende openbare zitting staat gepland voor 16 oktober; de inhoudelijke behandeling van de zaak wordt in de eerste helft van volgend jaar verwacht. De historische en financiële waarde van de gestolen objecten maakt het onderzoek en de vervolging extra gevoelig, terwijl de voorwerpen vooralsnog spoorloos blijven.