Choreograaf Hans van Manen: "Als er niemand thuis was, deed ik de radio aan en ging ik dansen"
In dit artikel:
Choreograaf Hans van Manen wist al als kind dat dans zijn lot zou zijn; volgens hem begon het al "vanaf mijn zevende". Zijn huis weerspiegelt die levenslange toewijding aan kunst: zorgvuldig geselecteerde voorwerpen en schilderijen die hem vanaf zijn zestiende, via ontmoetingen in het theater, sterk inspireerden. Vrienden en collega’s zoals Jean‑Paul Vroom, Benno Premsela en galeriehoudster Riekje Swart speelden een belangrijke rol in zijn culturele ontwikkeling.
In een carrière waarin hij ruim honderdvijftig werken maakte, staan dansers altijd centraal. Van Manen zoekt eerst de uitvoerders en daarna de muziek: "De muziek moet altijd een inspiratiebron zijn." Ritme is voor hem cruciaal — zonder ritme geen swing, en zonder swing geen leven in de voorstelling. Zijn werkwijze is sterk collaboratief: in de studio begint hij meestal zonder vaste pascombinaties, geeft alleen een globale richting aan de eerste dag, speelt de muziek en laat dan de interpretatie en inventiviteit van de dansers leiden. Zo benut hij hun kwaliteiten optimaal en voorkomt hij dat een volledig vooraf uitgedachte choreografie door de keuze van de uitvoerders beperkt wordt.
Kortom: Van Manen bouwt zijn repertoire vanuit een diepgaande artistieke smaak en een praktijkgerichte, muzikale en dansgerichte samenwerking met zijn artiesten.