Alles anders bij de Titanialaan: "Stevige conclusies waarmee we aan de slag gaan"
In dit artikel:
Burgemeester Maarten Poorter benadrukte tijdens een persbijeenkomst dat jeugdzorgorganisatie Parlan, woningcorporatie Woonwaard en de gemeente Dijk en Waard samen een onafhankelijk onderzoek hebben laten uitvoeren naar hoe meldingen over onveiligheid en overlast werden opgepakt in de periode voor de explosie aan de Titanialaan. De politie weigerde echter als vierde opdrachtgever mee te doen en was woensdagavond afwezig bij de toelichting; vragen waarom werden door de burgemeester terugverwezen naar de politie, waarop die tot publicatie nog niet heeft gereageerd.
Het BMC-rapport signaleert dat de politie weinig inzage wil geven in overlastmeldingen en haar eigen optredens vooraf, een positionering die door de gemeente deels wordt toegeschreven aan strikte privacyregels. De redactie wijst erop dat privacywetgeving ruimte laat voor een belangenafweging waarbij maatschappelijke veiligheid in bijzondere gevallen zwaarder kan wegen, maar dat zo’n keuze risico’s voor betrokken organisaties met zich meebrengt. In de praktijk lijkt een terughoudende, risicomijdende cultuur ervoor te zorgen dat privacy bijna altijd voorrang krijgt, waardoor samenwerking en informatie-uitwisseling tekortschieten.
De hoofdconclusie van het onderzoek is dat alle betrokken partijen wel met veiligheid bezig waren, maar vooral binnen hun eigen takenkader bleven denken en handelen. Verantwoordelijkheden waren versnipperd; er was geen gedeelde regie en partijen konden zelfs niet tot overeenstemming komen over het gezamenlijk laten uitvoeren van het onderzoek. Die fragmentatie maakt structurele verbetering onzeker, aldus de onderzoekers.
Bestuurders van Parlan, Woonwaard en de gemeente nemen de aanbevelingen serieus en kondigen concrete veranderingen aan. Parlan-bestuurder Peter van Wijk noemt het rapport een “eye opener” en pleit voor gezamenlijke analyse van signalen uit de wijk, zodat meldingen van zorginstellingen, de corporatie en wijkagenten bij elkaar komen en samen worden beoordeeld. Hij erkent ook het spanningsveld tussen individuele ondersteuning van jongeren en het collectieve woonbelang; Parlan zal met haar doelgroep niet terugkeren in het getroffenen complex.
Woonwaard-bestuurder Nicole van Wijk meldt dat de uitgebrande appartementen na renovatie niet meer als dertien losse studentachtige studio’s worden hersteld, maar samengevoegd tot grotere sociale huurwoningen. Daarmee wil de corporatie een gemengder bewonersbestand — jonge stellen of eenoudergezinnen naast jongeren — en meer stabiliteit realiseren.
Het rapport spreekt tevens twijfels uit over de pas geïntroduceerde werkwijze van lokale teams en gebiedsgericht werken; die aanpak moet zich in de praktijk nog bewijzen. Cruciale knelpunten blijven personele schaarste, veelvuldig personeelsverloop (bijvoorbeeld bij wijkagenten) en het feit dat politiecapaciteit geregeld naar andere prioriteiten wordt ingezet, zoals grote evenementen.
Bewoners blijven sceptisch over daadwerkelijke verbetering. Oud-bewoner Indra Blokdijk zegt dat de conclusies overeenkomen met klachten die al jaren werden geuit maar systematisch werden genegeerd. Daarnaast wacht een niet-openbaar rapport over de kwaliteit van Parlan’s zorg op beoordeling door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd; Parlan belooft de uitkomsten publiek te maken voor zover dat met cliëntvertrouwelijkheid te verenigen is.
Samenvattend erkennen de betrokken bestuurders de ernst van de situatie en spreken zij van intenties om structureel anders te gaan werken. Of die beloften houdbaar zijn hangt af van betere gezamenlijke regie, bereidheid om informatie binnen juridische kaders te delen en het aantrekken en behouden van ervaren medewerkers.