Alarm over toename dakloze gezinnen in Amsterdam: "Kinderen voelen zich nergens thuis"
In dit artikel:
Kinderombudsman Annemarie Tuzgöl-Broekhoven waarschuwt dat steeds meer Amsterdamse kinderen mogelijk op onveilige plekken verblijven — bijvoorbeeld in auto’s of bij bekenden, soms gescheiden van hun ouders — met risico’s op uithuisplaatsing en psychische klachten. Exacte omvang is onbekend door gebrek aan landelijke cijfers, maar GGD-data laten zien dat tussen juli 2023 en juli 2024 188 dakloze gezinnen noodopvang zochten; de gemiddelde volwassene was 35 jaar en de helft van de gezinnen had één kind. Lokale signalen, zoals 98 meldingen bij een buurtteam in Zuidoost sinds begin dit jaar, suggereren dat het werkelijke probleem groter is.
Tuzgöl-Broekhoven noemt meerdere oorzaken: gezinnen vragen niet tijdig hulp, en professionals herkennen of registreren de woonsituatie niet altijd, wat vaak leidt tot escalatie met schulden, mentale problemen en verlies van sociale steun. Ze pleit voor meer onderzoek naar oorzaken zodat gezinnen eerder in beeld komen en voor maatregelen om huisuitzettingen te voorkomen wanneer er geen alternatief is. Ook vraagt ze om creatieve, tijdelijke woonoplossingen — binnen of buiten de stad — vanwege het woningtekort.
Het rapport benadrukt dat het ontbreken van een veilig thuis het kinderrecht op een stabiele leefomgeving schaadt: kinderen wisselen continu van logeerplek, hebben geen plek om huiswerk te maken of te spelen, en lopen zowel op korte als lange termijn risico op problemen zoals depressie, verslaving of toekomstig dakloosheid. Hoewel Amsterdam meer opvang biedt dan veel andere gemeenten, is die capaciteit volgens de Kinderombudsman ontoereikend en vaak beperkt tot gezinnen met een duidelijke binding met de stad, waardoor anderen buiten de boot vallen. De aanbeveling: de gemeente moet ingrijpen, co-inwonerschap niet bestraffen en tijdelijke woonopties ook voor gezinnen mogelijk maken zodat het recht op een veilig thuis gewaarborgd blijft.