150 man in je tuin: loopt de horeca inkomsten mis door grote kermisborrels?
In dit artikel:
In West-Friesland zijn de traditionele kermisborrels sterk verankerd in het sociale leven: dorpsbewoners organiseren kleinschalige samenkomsten of bouwen die uit tot grotere festivalachtige jaren. In Lutjebroek organiseerden vrijwilligers als Renee Jong recent een borrel voor zo’n vijftig vrienden en familie; andere avonden trekken Brun en Gijs ongeveer 150 bezoekers, waarna velen alsnog naar het café doorstromen. Dat gedrag zorgt ervoor dat borrels niet per se direct kroegomzet wegnemen: ze verkorten mogelijk het verblijf in het café, maar kunnen later juist extra bestedingen opleveren.
In dorpen als Berkhout, Hoogkarspel, Wervershoof en Nibbixwoud zijn sommige borrels zo gegroeid dat ze vergunningen en professioneel organiserend ingrijpen vereisen. Leden van lokale kermiscommissies, zoals Herman op den Kelder, proberen grote bijeenkomsten te integreren in het officiële programma en eindtijden af te stemmen op kermistentactiviteiten. Die samenwerking voorkomt wrijving en wordt door veel horecaondernemers als positief ervaren; soms stappen kroegen zelfs actief in met promoties of eerste-drankbonnen.
Tegelijkertijd staat de horeca onder druk: het creëren van een festivalachtige sfeer tijdens de kermis kan tienduizenden euro’s kosten en door stijgende prijzen en strengere regelgeving blijven er minder marges over dan vroeger. Regiovoorzitter Rob Baltus van Koninklijke Horeca Nederland ziet desalniettemin een professionaliseringsslag: de contacten tussen organisatoren en cafés zijn verbeterd en klachten zijn afgenomen sinds de coronaperiode. Kortom: goed afgestemde borrels worden in West-Friesland vaak gezien als een zegen voor saamhorigheid en uiteindelijk ook voor de lokale uitgaansgelegenheden, mits er heldere afspraken en samenwerking zijn.